Begane
grond
De begane grond was
sedert 1882 in gebruik als conciërgewoning, die aanvankelijk
slechts toegankelijk was via het kantoorgebouw (hoofdgebouw). In
1927 heeft een herbestemming plaatsgevonden tot een stookruimte ten
behoeve van de centrale verwarming en een kantoorruimte.
Het uitstek kreeg
twee ingangen, waarvan de voorste toegang gaf tot de conciërgewoning
en een gang naar de fietsenstalling op de binnenplaats en de
achterste toegang gaf tot de stookruimte. De gang naar de
fietsenstalling heeft een vloer van granito. De conciërgewoning was
toegankelijk via een eigen opgang.
Eerste
verdieping
De eerste
verdieping is in 1927 ingericht tot een conciërgewoning, waarvoor
de indeling en afwerking geheel zijn vernieuwd. Alleen in de
achterste kamer (slaapkamer) bleef een deel van de 19de-eeuwse
kastenwand behouden. Wel werd een deel van de voorste kast
afgesneden door de tussenwand tussen deze slaapkamer en de
aangrenzende keuken. In de keuken bevindt zich nog een kooknis, die
uit 1927 dateert maar op een ouder rookkanaal aansluit. Het aanrecht
van granito stamt mogelijk eveneens uit 1927. Bij de herindeling in
1927 zijn enkele 19de-eeuwse binnendeurkozijnen met
tweepaneelsdeuren herplaatst, zowel als toegang tot de slaapkamer
als tot de woonkamer. Ook één van de kasten in de gang heeft een
19de-eeuwse deur. De paneeldeur van het toilet moet gezien de
profileringen uit 1927 dateren. De stucplafonds met vlakke
plintlijsten stammen uit 1927.
|
|
Kap
De kapconstructie
bestaat uit naaldhouten A-spanten, die gezien de opzet en
detaillering uit de vroeg-19de-eewse bouwfase moeten stammen. Ook
de sporen (op hun plat) moeten nog uit deze periode dateren.
Waardestelling
Het pand is
geregistreerd als Rijksmonument, hetgeen betekent dat de gehele
constructie (inclusief alle aanbouwen) met alle aard- en
nagelvaste onderdelen vallen onder de bescherming van de
Monumentenwet.
Belangrijkste elementen zijn:
- massa
en hoofdvorm van het gebouw (hoofdgebouw en uitstek).
- gevels,
zowel materieel als architectonisch (indeling/ detaillering).
Belangrijk is het feit dat de voorgevel van het hoofdgebouw geen
ingang kent, hetgeen een belangrijke historische factor is.
- de
19de-eeuwse schuifvensters (kozijnen: 1826-29, zesruitsschuiframen:
1882).
- hoofdopzet
van de plattegronden (middengang met flankerende kamers), met name
op de eerste en tweede verdieping.
- de
vroeg-19de-eeuwse kapconstructie van het hoofdgebouw, die door
opzet, detaillering en gebruik van telmerken bijzonder is. (de
eenvoudige kapconstructie....)
Zie verder volgende kaart
|